De Volkswagen Kever, die werd gebouwd van 1938 tot 2003, is de bekendste Volkswagen, de bekendste Duitse auto, en in het algemeen een van de bekendste auto's ooit. Tot 1967 werd hij Typ 1, 1200, 1300 genoemd (naar de motorinhoud in cc), maar in de volksmond werd hij, vanwege de vorm, kever genoemd, waarna de fabrikant die naam zelf ook ging gebruiken. Van de Volkswagen Kever zijn er meer dan 20 miljoen wagens geproduceerd van 1937 tot 2003 en is daarmee de langst en de meeste geproduceerde wagen op eenzelfde platform.De Kever was een combinatie van ideeën, die door Ferdinand Porsche - die van Adolf Hitler opdracht kreeg een auto voor het volk te maken - werden samengebald. Grote delen van de auto zijn echter niet door Porsche, maar door Béla Barényi en/of Erwin Komenda ontworpen. Beiden claimen de originele bedenker van het concept te zijn. Volgens anderen zou de Hongaarse Jood Josef Ganz de ontwerper zijn.[1][2]Het blijft vooralsnog onduidelijk wie de werkelijke bedenker was van het concept "Kever".De kenmerkende viercilinderboxermotor van de Kever, die achterin de auto is geplaatst, werd ontworpen door Franz Reimspiess. Hitler maakte het mogelijk tot productie over te gaan (zie: Kraft durch Freude), maar door de oorlogsindustrie was er weinig mogelijkheid om de Kever als volksauto te introduceren. Het concept werd meer als propagandamiddel gebruikt. Pas na de oorlog kwam de productie echt van de grond.De eerste prototypen hadden geen achterruit. Bij het testen werd hierover geklaagd en werden er twee kleine ruitjes geplaatst. De ruitjes leken een beetje op de glazen van een bril, en daarom worden de eerste Kevers wel Brilkevers genoemd.